Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ziet, een oud man kwam van zijn werk van het veld in den avond, welke man ook was van [24]het gebergte van Efraim, doch als vreemdeling verkeerde te Gibea; maar de lieden [25]dezer plaats waren [26]kinderen van Jemini. 24. Alwaar deze Leviet als vreemdeling zich ophield, boven, vs.1. 25. Te weten, Gibea. 26. Dat is, van den stam Benjamins. Zie Gen.35:18; 2 Sam.16:11, enz. en boven, hfdst.3 vs.15.